Werkgroep Bijeneters Nederland
31-07-2014 Bijeneters in Engeland
In 1955 zijn voor de eerste keer broedende bijeneters ontdekt in Sussex. Twee paren hebben hier zeven jongen grootgebracht. Vervolgens moesten de Engelsen wachten tot 2002 om het volgende broedgeval te kunnen noteren. In het graafschap Durham werd een broedgeval vastgesteld en hier zijn twee jongen uitgevlogen. In 2005 werd daarna het volgende broedgeval ontdekt, maar deze mislukte.
Nu is in 2014 wederom een broedgeval vastgesteld. Deze is ontdekt aan de zuidkant van het eiland Wight. Volgens de berichtgeving wordt er nog gevoerd en zijn de jongen dus nog niet uitgevlogen.
Voor een meer uitvoerige beschrijving van dit broedgeval <<klik hier>>.
04-07-2014 Ontwikkelingen in Nederland
Zoals in de vorige nieuwsbrief vermeld, hebben wij natuurlijk in spanning zitten wachten op de terugkeer van de bijeneters in ons gebied. Vroege waarnemingen werden gedaan in april. In de eerste helft van de maand mei kunnen wij normaal gesproken de instroom van bijeneters verwachten. Dit jaar echter sloeg het weer om en de weersomstandigheden tijdens deze periode waren zeer slecht te noemen. Enorm veel neerslag en lage temperaturen. Dit bleek ook uit het aantal waarnemingen van de bijeneters.
Op 5 mei werd nog een waarneming gedaan om vervolgens te moeten wachten tot 16 mei voor de volgende waarneming. Ook het aantal waarnemingen bleven achter bij vorig jaar. Grotere groepen werden niet waargenomen. Het gevolg van het slechte weer was dan ook dat bijeneters waarschijnlijk in zuidelijker landen zijn blijven hangen en de trek naar noordelijker landen om te broeden voor gezien hielden.
Leuke melding was wel van de waarneming van 5 stuks op 16 mei om 8.50 uur in Zeeland. Om 16.00 uur op dezelfde dag werd een groep van 5 stuks waargenomen op Texel. Je kunt er dus vanuit gaan dat wij over hetzelfde groepje vogels spreken. Tot op heden zwerven nog enkele bijeneters door Nederland. Laten wij hopen dat er toch nog ergens een paartje tot broeden is gekomen.
Tijdens het broeden moet men lang posten om een evt. broedgeval vast te stellen. Wanneer er echter jongen zijn geboren, wordt het een stuk makkelijker. De vogels laten tijdens de voedselvluchten hun "gepruut" veelvuldig horen, waardoor het vaststellen van een broedgeval gemakkelijk is. Afwachten dus.
04-07-2014 Ontwikkelingen in Duitsland
Op 20 oktober 2012 kwamen in Kerzenheim/Rheinland-Pfalz circa 80 Bijeneters- geinteresseerden en -vakmensen samen, om bevindingen over de status van de soort en haar verspreiding als mede de eisen ter bescherming van de soort te bediscussiëren.
De Bijeneter (verder vermeld als Be) broedt momenteel in Duitsland (2012) met ca. 1.150 broedparen (verder vermeld als Bp), waarbij zich 85 % van het bestand (994 Bp) op de Bundesländer Sachsen-Anhalt met 501–520 Bp (44 % van het totaal brstand), Baden-Württemberg (369 Bp, 32 %) en Rheinland-Pfalz (109 Bp, 9 %) concentreren. Bovendien broedt hij regelmatig in Sachsen (70 Bp), Bayern (50–70 Bp), Nordrhein-Westfalen (15–25 Bp), Thüringen (ca. 10 Bp) en Niedersachsen (ca. 5 Bp).
In de kerngebieden nemen de bestanden verder toe, men rekent op een aanhoudende bestandstoename en met gebiedsuitbreiding. Parallel tot de uitbreiding van de Be in Duitsland vervroegd zich zijn aankomst in de broedkolonies. In Rheinland-Pfalz en Baden-Württemberg kwamen BijE in de laatste jaren eind april/begin mei aan en daarmee bijna twee weken vroeger als ca. 10 jaar geleden. Op grond van hun plaatsgebondenheid (wat door terugmeldingen bewezen is) nemen de vogels de broedplaatsen van de voorgaande jaren vaak weer in gebruik. Anderzijds is ook bewezen, dat ze bij verlies van de koloniebroedplaats naar aangrenzende broedplaatsen uitwijken.
In Sachsen-Anhalt en Rheinland-Pfalz, echter niet aan de zuidelijke Boven-Rijn, broeden BijE in de regel in secundaire habitats (grind-, zand- kleefzandgroeven of dagbouw locaties), aan de zuidelijke Boven-Rijn meest in löss wanden (daar toe horen ook ravijnen en kunstmatige kliffen). Bij de keuze van de groeves als voortplantingshabitat komt het lokaal tot botsingen met andere belanghebbenden en tot konflikten bij het gebruik van de groeves. De auteurs bespreken maatregelen om met deze uitdagingen om te gaan. De eerste resultaten van het onderzoek naar het broedverloop met hulp van geolocators bewijzen, dat BijE over Spanje naar West- en Centraal Afrikaanse overwinteringsgebieden trekken, terwijl terugmeldingen ook een route over Italië waarschijnlijk maken. Hiervoor zijn aanvullende gegevens noodzakelijk.
Word vervolgd.
29-april-2014 Bijeneter nieuws seizoen 2014
Het voorjaar heeft zich in 2014 wel heel vroeg aangediend. In februari werd er op sommige plaatsen al gras gemaaid. Bomen en struiken zitten al bijna volledig in het blad. Wij kregen in februari al een melding van nestkastjes waarin al een paar eieren zaten van de pimpelmees en er werd een merelnest aangetroffen met drie eieren. Ook werden er in februari al jonge kerkuilen aangetroffen in een nestkast.
Ondertussen zijn er al meldingen van waarnemingen van bijeneters. Op 25 april werden er drie stuks gezien bij Breskens om een dag later opnieuw (waarschijnlijk dezelfde groep) te worden waargenomen op Texel. Hier zijn ze bij het tijdstip van schrijven van dit artikel op 29 april nog steeds aanwezig. Ook wordt er nu op Schiermonnikoog een bijeneter waargenomen. Voor de bijeneters moeten wij in ons gebied, als we naar de voorgaande jaren kijken, nog wachten tot ongeveer half mei.
In de omgeving van Meppel, waar nu al vier jaar op een rij bijeneters gebroed hebben, wilde het niet vlotten met de aanleg van een nieuw steilwandje. Door het ontbreken van een vorstperiode was het gebiedje, waar de wand aangelegd moest worden, nog steeds erg drassig. Zwaar materiaal voor de grondaanvoer en een mobiele kraan kon de drassige grond niet aan. Wij hoopten nu op een droge periode om alsnog te kunnen starten met de werkzaamheden. Na de mooie weken van de afgelopen tijd hebben wij het besluit genomen om de knoop door te hakken en tot de aanleg over te gaan. In totaal is er 24 kubieke meter grond aangevoerd, wat zonder al te veel problemen heeft plaatsgevonden. De nieuwe locatie voor de aanleg van de wand is zo gekozen, dat wanneer de bijeneters niet zouden terugkomen in dit gebied, ook de ijsvogel van de locatie gebruik kan maken om zijn nest te graven.
Ook zijn wij natuurlijk heel benieuwd of de bijeneters ook terugkeren naar de andere twee broedlocaties in Nederland. Het is ons namelijk gebleken dat, wanneer er niets veranderd is aan de broedlocatie van vorig jaar, er een kans inzit dat de vogels terugkeren. Vooral wanneer ze ook nog eens een geslaagd broedgeval hebben gehad, is de kans wel erg groot om deze prachtige vogel ook dit jaar weer te kunnen bewonderen.
De bijeneter stelt geen grote eisen aan hun nestlocatie. Zij zijn al gauw tevreden met een steilwandje, mits het zand (fijnkorrelig) zeer goed verdicht wordt. Bij het arriveren van bijeneters in een bepaalde omgeving, heeft de aanleg van een steilwandje op zeer kort termijn kans van slagen dat de vogels deze ook gaan gebruiken (zie jaarverslag Vogelwerkgroep Vliegvlug 2011). Het is wel wenselijk om een wandje aan te leggen in een rustige, bloemen- en kruidenrijke omgeving, dit om verstoring door mensen en evt. werkzaamheden zoveel mogelijk te voorkomen.
De komende tijd zal door ons potentiële goede biotopen in kaart worden gebracht in onze omgeving.
Van de Deutsche Ornithologen Gesellschaft (DO-G), waarmee wij gaan samenwerken, zijn veel gegevens van Duitsland binnengekomen. Doordat de DO-G ook samenwerkingsverbanden heeft met Oostenrijk en Denemarken, zal in de toekomst een duidelijk beeld ontstaan van het naar het noorden toe verschuivend broedgebied van de bijeneters. In een volgende nieuwsbrief hierover meer.
Ondertussen zijn er enkele contacten gelegd met Frankrijk, waaronder de LPO (Lique pour la Protection des Oiseaux). Door deze contacten zien wij ook dat in Frankrijk een duidelijke verschuiving van het broedgebied van bijeneters naar het noorden toe waar te nemen is. In een volgende nieuwsbrief besteden wij meer aandacht aan het nieuws uit Frankrijk en Duitsland.
Spannende dagen breken nu aan. Komen "onze" bijeneters vanuit Afrika weer naar onze omgeving om te broeden, hoe zal het verlopen op de andere twee locaties en komen er nieuwe broedgevallen bij? Over een week of vier kunnen wij op deze vragen ongetwijfeld antwoorden op geven.
Meldingen van waarnemingen van bijeneters zijn voor ons belangrijk. U kunt dat via de site aangeven. Bij voorbaat dank.
21-12-2013 Derde broedgeval bijeneters aangemeld
Onlangs is het derde broedgeval van de bijeneters aangemeld. Dit broedgeval in Midden Nederland bevond zich in een bezette oeverzwaluwenwand. De oeverzwaluwen waren voor de bijeneter geen beletsel om hier zijn broedpoging te ondernemen. Ook zijn zij er in geslaagd hun eieren uit te broeden. Het is echter niet bekend of er jongen zijn uitgevlogen, dit door het van grote afstand volgen van het broedgeval en het sporadisch bezoeken van gebied. Hierdoor is dit broedgeval met succes verborgen gehouden. Verstoringen hebben niet plaatsgevonden.
Daar een lokale werkgroep het jaarlijkse onderhoud pleegt aan de wand, moeten wij hopen dat ze nu nog geen initiatieven hebben ontplooid. Zoals gebruikelijk bij oeverzwaluwennesten worden de oude nestgangen weer schoongemaakt en gevuld met zand. Momenteel is dit nog niet bekend. Wanneer de nestgang en de broedholte nog intact zijn, gaan wij met behulp van een endoscoop de nestholte bekijken. Wij krijgen hierdoor veel informatie, namelijk de zekerheid dat al of niet de eieren zijn uitgekomen en of alle jongen zijn uitgevlogen. Ook zouden wij ervoor kunnen kiezen om de prooiresten te laten analyseren.
Binnenkort worden de laatste wetenswaardigheden van dit broedgeval op de site vermeld.
Onze dank aan degene, die door zijn stilzwijgen dit broedgeval verborgen heeft kunnen houden.