Bijeneters (stand van zaken juli 2016)
Het aantal waarnemingen bleven dit jaar achter in vergelijking met vorig jaar. De aanhoudende natte weersomstandigheden waren hier debet aan. Niet alleen in ons land, maar ook België en het noorden van Frankrijk, kregen te maken met veel neerslag. Daar wij sterke vermoedens hebben dat “onze bijeneters” vooral in het voorjaar (m.n. de maand mei) via onze zuiderburen naar het noorden trekken, speelden de weersomstandigheden de bijeneters niet in de kaart. Aannemelijk is dan ook dat dit de reden was, dat het aantal waarnemingen beperkt bleef.
Natuurlijk waren wij zeer benieuwd naar de ontwikkelingen van de broedlocaties van vorig jaar. Bij geslaagde broedgevallen is de kans groot dat de vogels in het voorjaar terug keren naar hun broedlocatie. Door een paar mensen werd een broedlocatie (waar vorig jaar jongen zijn uitgevlogen) in de gaten gehouden en op 20 mei werden er voor het eerst zes tot acht exemplaren waargenomen. Ook op een andere locatie, waar vorig jaar bijeneters genesteld hadden, werden nu ook weer bijeneters waargenomen.
Eind mei en begin juni sloeg het noodlot toe. Enorm veel neerslag teisterde vooral Zuidoost Nederland, wat tot wateroverlast leidde. Dit had in één geval ook gevolgen voor bijeneters. Hun gegraven nesten liepen onder water. Na het mislukken van deze broedpoging zijn de vogels niet weggetrokken. Na deze broedpoging kunnen wij aannemen dat door de ontvangen berichten van waarnemingen uit de buurt van de onder water gelopen nestlocatie de vogels niet zijn vertrokken.
Op 30 juli hebben wij een werkbezoek gebracht aan Limburg. Hierbij ons verslag.
Bezoek Werkgroep Bijeneters Nederland aan Limburg en Duits grensgebied
Zaterdag 30 juli jl. is de Werkgroep Bijeneters Nederland, in persona van Hilbert Folkerts, Harry Talen, Ate Dijkstra en Matthias Koster, afgereisd naar de broedgevallen in Limburg en het grensgebied. Zo langzamerhand kan men door het grote aantal broedgevallen in Limburg wel zeggen dat deze provincie de basis vormt voor verdere areaaluitbreiding van de Bijeneter in Nederland.
In alle vroegte werd afgereisd naar het zuiden om met eigen ogen de ontwikkelingen van de broedparen in de eerder genoemde regio te bekijken. Rond 08.00 uur waren wij aangekomen bij één van de lokaal bekende en al vaker gebruikte broedlocaties. De nodige kijkers en telescopen waren meegenomen, aangezien het gebied niet toegankelijk is en vanaf een behoorlijke afstand op de broedwand gekeken kan worden.
Broedlocaties Limburg
Van onze contactpersonen uit deze regio wisten we al dat het om hoogstwaarschijnlijk 4 broedparen gaat, dit jaar, op deze broedlocatie. Bij aankomst lieten de Bijeneters zich nog niet zien, echter wel horen. Na enige tijd, de lucht was al warmer geworden door de zon (prooien worden actiever), werden de eerste waarnemingen gedaan. Gemakkelijk (althans zo lijkt het) werden de nodige hommels, libellen en een enkele honingbij gevangen. Al snel werd geconstateerd dat minimaal 2 broedparen nestjongen moesten hebben. De nodige prooien werden naar de nestholte gebracht, een enkele prooi werd zelf verorberd. Juist uit het gedrag van de adulte vogels naar de nestholte kon worden afgeleid dat de jongen al wat ouder waren. Dit vanwege het feit dat de adulte vogels vrij snel na het afleveren van de prooi weer uit de nestholte kwamen. Hieruit kunnen wij concluderen dat de jongen de nestkom al iets verlaten hebben en zich in de nestgang moesten bevinden.
Vanwege een afspraak met één van onze contactpersonen op een andere locatie werd na een uur genieten van de bijeneters besloten ons bezoek hier te beëindigen. Bij de andere locatie aangekomen legde ons contactpersoon uit waar de afgelopen jaren gebroed werd en waar hoogstwaarschijnlijk nu ook weer bijeneters zitten. Dat er broedparen in het gebied moesten zitten, was wel duidelijk vanwege de broedverdachte waarnemingen (nest graven van minimaal 2 paartjes) en het steeds rondhangen van deze vogels in de directe omgeving. Echter lieten de vogels zich niet horen of zien, totdat na enige tijd door de gehele groep de kenmerkende roep werd gehoord. Door het gebied met verrekijkers af te zoeken werd 1 adulte vogel waargenomen tussen een grote groep zwaluwen. Al snel verdween de vogel weer in het onoverzichtelijke gebied, gevolgd door een korte vocale sessie. Juist door de onoverzichtelijkheid van het gebied, maar ook het hoge aantal potentiële broedlocaties in het gebied is het zeer moeilijk om het aantal broedparen in kaart te brengen. Gelukkig werden na enige tijd minimaal twee bijeneters waargenomen. In dit gebied wordt dit jaar vanwege de broedverdachte waarnemingen uitgegaan van 2 broedparen. Na een klein uurtje werd er afscheid genomen van ons contactpersoon (bedankt voor je tijd) en vervolgen wij onze weg richting het Duitse grensgebied.
Broedlocaties Duits grensgebied
Juist vanwege de zeer korte afstand tot de Nederlandse broedlocaties werd er besloten, naast de bekende plekken van afgelopen jaar, enkele potentiële broedlocaties te bezoeken en te controleren op evt. aanwezige broedparen. Net als vorig jaar beschouwen wij deze broedgevallen over de grens samen met de Limburgse broedgevallen, vanwege de geringe onderlinge afstand, als één grote ‘kolonie’.
Er wordt besloten een zandgroeve direct over de grens te bezoeken, dit naar aanleiding van een contactpersoon in Limburg. Daar aangekomen blijkt het gebied erg geschikt. Ondiepe waterpartijen (libellen), diversiteit in bloeiende vegetatie (nectarvoedende insecten), bos (luwte) en diverse steilwanden. Een hoge diversiteit aan elementen die samen een geschikt broedgebied voor de Bijeneter kunnen vormen. Kunnen…aangezien dit natuurlijk niet genoeg is (goede weersomstandigheden, hoge voedselbeschikbaarheid etc.).
Het eerste deel van de groeve levert geen waarneming van een Bijeneter op. Wat te doen, doorlopen naar het achterste deel of teruglopen aangezien de nodige gebieden nog bezocht moeten worden. Er wordt besloten om door te lopen en met succes. Al snel wordt een Oeverzwaluwkolonie ontdekt. De hoop stijgt weer dat hier dan toch Bijeneters kunnen zitten. En wat blijkt, niet veel later worden van verschillende kanten Bijeneters gehoord, maar niet gezien. Verder het gebied inlopend worden uiteindelijk 2 overvliegende vogels waargenomen door de groep. Na een tijdje alles in ons opgenomen te hebben, besluiten we terug te gaan. Echter voordat het gebied wordt verlaten, wordt een solitaire vogel uit een andere richting dan de andere 2 vogels ontdekt. De vogel vliegt druk roepend richting de broedwand en verdwijnt vervolgens in één van de nestgangen. Op de terugweg wordt in het eerste deel nogmaals een Bijeneter waargenomen, mogelijk 1 van de 2 vogels die eerder werden waargenomen en deze richting opvlogen. Vanwege de waarnemingen houden wij het hier op 1-2 broedparen.
Na een korte lunchstop vervolgen we onze weg naar een broedlocatie waar vorig jaar 3-4 broedpaar succesvol hebben gebroed. Na uit de auto gestapt te zijn bij de broedlocatie wordt al snel de kenmerkende roep gehoord, maar geen vogels waargenomen. Ook deze broedlocatie is een zandgroeve. Echter zijn hier geen waterpartijen te vinden, maar ook bloeiende vegetatie is schaars. Al rondlopend door het gebied wordt een nestgang ontdekt en op gepaste afstand bekeken. Na enige tijd worden de vogels roepend gehoord en komen zeer fraai over ons heen vliegen. Twee van de drie vogels komen terug en blijven rond de broedlocatie in de berken zitten. Op enkele foerageervluchten en alarmroepen na, vanwege aanwezigheid van honden in het gebied, is er weinig activiteit bij deze 2 vogels te zien. Het overige deel van de groeve levert geen nieuwe broedparen op, hier dus 1 broedpaar.
In de directe omgeving liggen nog meer geschikte groeves, echter de tijd begint te dringen waardoor besloten wordt om de locatie van een melding uit Noord Brabant, gedaan via onze site, te bekijken. Een kleine week voor ons bezoek werd op deze locatie een Bijeneter waargenomen. Aangekomen blijkt de locatie er geschikt uit te zien: water, bloeiende vegetaties/ruigtes, steilwanden, luwtes door bomen, verschillend landgebruik rondom deze locatie en verschillende potentiële prooien worden waargenomen in het gebied. Het gebied is wijds en is niet erg toegankelijk. Ruim een half uur wordt er op verschillende locaties gepost, maar dat levert geen Bijeneter op. Besloten wordt om huiswaarts te gaan. Al terugkijkend in de auto, overheerst één gevoel: Wat een geweldige dag met een geweldige soort!
In totaal kon worden vastgesteld dat in de bezochte broedlocaties 8-9 broedparen aanwezig zijn. Vanwege de vele potentiële broedlocaties in deze regio, zou dit aantal waarschijnlijk hoger uitvallen.
Onderzoek in 2016
Daarnaast heeft 1 broedpaar zich elders in Nederland gevestigd. Vanwege de voortgang van ons wetenschappelijk onderzoek naar de prooi-aanvoer, voedselbeschikbaarheid, voedselecologie van de nestjongen van dit broedpaar houden wij deze broedlocatie nog geheim. Daarnaast heeft de beherende natuurorganisatie ons aangeven dit broedgeval stil te houden om verstoring van het broedpaar geheel te voorkomen. Dit respecteren wij natuurlijk dan ook.
Het lijkt er op dat het aantal broedparen dit jaar, 7 in Nederland, dus iets lager uitvalt dan het voorgaande topjaar. In 2015 waren 12 broedparen in Nederland, waarvan het merendeel succesvol was. Hier over in een latere nieuwsbrief en ons jaarverslag meer, evenals over ons onderzoek en waarschijnlijk tv opnames voor Vroege Vogels.